Werk van Nobelprijs-winnares Svetlana Aleksijevitsj mag niet in Wit-Rusland worden gepubliceerd
De Nobelprijs voor de Literatuur is toegekend aan de Wit-Russische schrijver en journalist Svetlana Aleksijevitsj (67). Het juryrapport roemt haar werk als ‘een monument voor lijden en moed in onze tijd’.
Aleksijevitsj is vooral bekend van het boek Wij houden van Tsjernobyl, waarin getuigen van deze kernramp aan het woord komen. Vorig jaar verscheen Het einde van de rode mens, waarvoor Aleksijevitsj getuigen interviewde over hun leven tijdens en na de Sovjet-Unie, om zo te laten zien hoe de omwenteling van 1991 hun leven veranderde.
Na haar debuut in 1985, De oorlog heeft geen vrouwelijk gezicht, over Russische vrouwen in het Rode Leger, werd Aleksijevitsj beschuldigd ‘een nestbevuiler’ te zijn, omdat de getuigenissen geen glorieus beeld schetsten van de oorlog tegen Hitler.
Haar boeken mogen sinds 1994 niet meer in Wit-Rusland verschijnen. Tijdens een persconferentie in haar hoofdstad Minsk zei Aleksijevitsj: ‘Ik hou van de goede en humanistische Russische wereld. De wereld buigt voor de Russische dans, de muziek en de literatuur. Maar ik hou niet van de wereld van Beria, Stalin, Poetin en Shoigu, het Rusland waarin 86 procent van de mensen zich verheugt als mensen sterven in Donbass, waarin Oekraïners worden uitgelachen en waarin men gelooft dat alles op te lossen is met geweld.’
In het verleden (2006-2008) is Aleksiejevitsj als schrijver-vluchteling te gast geweest in Gothenburg in het kader van het ICORN Cities of Refuge netwerk.
[Bron: de Volkskrant, 8-10-2015]