Beste Mosab Abu Toha,
De afgelopen dagen leerde ik je werk kennen, je poëzie, je essays. Ik wil deze brief openen met jouw eigen woorden, omdat er een noodzaak uit spreekt die ik niet zou kunnen vatten.
Elk kind in Gaza, dat ben ik
Elke moeder en elke vader ben ik
Elk huis is mijn hart
Elke boom is mijn been
Elke plant mijn arm
Een deel van jou, een groter deel dan ik me hoogstwaarschijnlijk kan voorstellen, huist nog in Gaza, Palestina. Je werd er geboren als mens, als schrijver. Je richtte daar de eerste Engelstalige bibliotheek op, de Edward Said Library – we delen het idee dat taal onnoemelijk krachtig is, verbindend kan zijn en dat verhalen vertellen, verzamelen, delen een groot goed, soms zelfs een levensbehoefte is.
In Gaza werd je verliefd, zette samen met je vrouw drie kinderen op de wereld, leefde er vermoedelijk een bestaan met grote en kleine bijzonderheden.
Gaza was ook de plek waar je gevangen werd genomen. Waar je afscheid hebt moeten nemen van geliefden – sommigen nog in leven, anderen vermoord. Je hebt er afscheid moeten nemen van plekken waar je thuiskwam, waar je, zo las ik in een van je essays, het liefst de maftoul van je schoonmoeder at, theedronk met je zussen onder de sinaasappel- en guavebomen.
Je hebt afscheid moeten nemen van je bibliotheek die verwoest werd – en alle verhalen, dromen, toekomstbeelden die daarmee ook verloren gingen.
Je bent daar nog, maar ook niet. Je hebt alles achter moeten laten.
Het zoemende geluid van de drone,
het gebrul van een F-16,
het geschreeuw van bommen die op huizen vallen,
op velden, en op lichamen,
van raketten die wegvliegen
bevrijd mijn kleine gehoorgang van ze allemaal.
Via Egypte kwam je met je gezin VS terecht. Daar leef je nu, daar schrijf je, daar (over)leef je. Ik wist dat ik je zou schrijven en ik dacht steeds: wat moet ik zeggen? Wat kán ik zeggen?
Het zijn vragen die mezelf het afgelopen jaar vaak stelde. Veel woorden lijken futiel, nietszeggend, van te weinig betekenis.
Wat kan ik doen? In de Westerse wereld waar Palestijnse narratieven en stemmen nog steeds worden genegeerd, gebagatelliseerd. Waar het plegen van genocide als legitieme zelfverdediging wordt geframed en pro-Palestina demonstranten worden weggezet als antisemieten.
Wat kan ik doen met nog altijd het dreunen van bommen en het gillen van rakketten. Alle aanvallen, het faciliteren van wapens, het wegkijken van zo veel machtige, bevoorrechte ogen. Wat kan ik doen met zo veel dat kapot is, niet te herstellen – alle mensen, alle kinderen onder puin, de restanten van jouw stad, zonder voeding of thuis, zonder enige bescherming of redding.
Er ligt veel buiten mijn macht, en dat maakt vaak nietig en moedeloos. Ik zou willen een meer betekenisvol antwoord te hebben op deze vragen.
Wat ik wel kan doen: niet wegkijken. Mijn mond blijven opentrekken over onrecht en onderdrukking. Mijn woede blijven afvuren op onmenselijkheid en censuur. Jouw stem vieren, je woorden delen, ze laten echoën en beven, ze anderen laten bewegen. Ik wil een collectiever samenzijn, nog meer vuisten in de lucht, samen op komen dagen. Ik wil dat taal wint.
Tatjana
Tatjana Almuli (1991) is schrijver, fotograaf en presentator. Haar korte verhalen, essays, reportages en interviews zijn gepubliceerd in verschillende kranten en tijdschriften, zoals Volkskrant, Het Parool, Vice en Vogue. Haar romans Knap voor een dik meisje (2019) en Ik zal je nooit meer (2022) werden beiden genomineerd voor de Opzij Literatuurprijs. Ze is co-host van de podcasts Tussen dertig en doodgaan en De boekenkamer, en presenteert de online VPRO docuserie Dikke vette leugens. Ze is momenteel gasthoofdredacteur van Ilfu.com, het online platform van International Literature Festival Utrecht.
Mosab Abu Toha (1992) is een Palestijnse dichter, docent en bibliothecaris, en vader van drie kinderen. Zijn bundel uit 2022 won de American Book Award, Palestine Book Award, en Arrowsmith Press‘s 2023 Derek Walcott Poetry Prize. In oktober van dit jaar kwam zijn tweede bundel uit: Forest of Noise. Eind 2023 is zijn huis verwoest in een Israëlisch bombardement. Op 19 november 2023 werd hij gearresteerd door Israëlische soldaten in de Gazastrook, terwijl hij probeerde de Egyptische grens te bereiken. Hij is gevangengenomen en mishandeld. Na hevige protesten, onder meer door PEN International, is hij vrijgelaten. Op 3 december lukte het hem om met zijn gezin de grens naar Egypte over te steken. Hij verblijft momenteel in New York om zijn verhaal te doen.