“Vrijheid van expressie in Turkije” – een verslag
Die situatie rond vrijheid van meningsuiting in Turkije is nijpend. Hoe nijpend, bleek op 25 februari jl in Den Haag. Daar vond een middag over de vrijheid van meningsuiting in Turkije plaats, georganiseerd door The Hague Freedom Book Fair. Het evenement heette: “Freedom of expression in Turkey – Challenges for dialogue & peace”. PEN Nederland was vertegenwoordigd in de persoon van Sytske Sötemann en zij schreef het volgende verslag.
Een ‘Empty Chair‘ was er voor een van de uitgenodigde sprekers, Hüda Kaya, schrijfster, mensenrechtenactiviste en parlementslid voor de Koerdische poltieke partij, HDP. Zij werd voordat ze op het vliegtuig naar Nederland kon stappen (opnieuw) gearresteerd.
Meeste journalisten in Turkse gevangenissen
Dat op dit moment dertig procent van alle gevangengenomen journalisten in een Turkse gevangenis zit, heeft veel maar niet alles met de couppoging in juli vorig jaar te maken. Turkije heeft een traditie als het gaat om het preventief opsluiten van journalisten. Wie werkt voor liberale, Koerdische of Armeense media is zijn arbeidsleven al sinds het begin van de twintigste eeuw niet zeker. Dat was de boodschap waarmee historicus Uğur Üngör op 25 februari de bijeenkomst ‘Freedom of Expression in Turkey – Challenges for Dialogue and Peace’ opende.
Gevolg van dit repressieve beleid is dat journalisten – behalve de buitenlandse journalisten/ correspondenten die – althans nu nog- vrij zijn om op het moment dat de grond hun te heet onder de voeten wordt het land te verlaten – zonder uitzondering worstelen met het evenwicht tussen het gewetensvol uitvoeren van hun taak en zelfcensuur.
‘Maar’, en dat zei Turkse schrijver/uitgever/mensenrechtenactivist Ragip Zarakolu, die inmiddels in Zweden woont, ‘onderdrukking maakt ook strijdbaar en inventief. Het sluiten van kranten en televisiezenders heeft geleid tot nieuwe online-initiatieven, waar journalisten ook onder een andere naam kunnen publiceren.’
Varduhi Balyan, journalist van Armeense oorsprong die zich drie jaar geleden in Turkije vestigde, was pessimistischer over de mogelijkheden van de social media. Maar ze bevestigde de neiging tot zelfcensuur die heerst onder journalisten, al ‘wordt niet alles dat gepubliceerd wordt als bedreigend ervaren.’
Wat volgens Varduhi Balyan de situatie extra complex maakt, is het feit dat niet alleen journalisten, maar ook academici de mond gesnoerd wordt, en het onduidelijk is hoe de maatschappij daar op reageert.
Braindrain
Waar het de braindrain betreft, kreeg zij bijval van Uğur Üngör. ‘Er is sprake van een kaalslag in de universiteiten doordat – ook de meest vooraanstaande – academici ontslagen worden puur op grond van hun politieke overtuiging. Dit is in feite zelfdestructie, want de knapste koppen bedrijven de wetenschap inmiddels buiten Turkije.’
Overigens heeft Uğur Üngör nooit een hoge pet op gehad van de Turkse journalistiek. Zelf leest hij al sinds jaar en dag de Der Spiegel (International) als hij wil weten wat er in Turkije speelt.
Marloes de Koning deed drie jaar vanuit Turkije verslag voor onder andere NRC Handelsblad. Hoewel zij als buitenstaander meer bewegingsvrijheid had, ondervond ook zij de gevolgen van een steeds sterker wordende druk op de media in een directiever wordende omgeving.
Het ongemak schuilt voor haar ook in de dagelijkse journalistieke dingen: ‘Mensen zijn minder open, en je bent zelf voorzichtiger omdat je anderen – vertalers, fixers – niet in gevaar wilt brengen.’
Democratie op de helling
Ze zijn het er over eens – de Nederlandse journalist, de Turkse journalist/uitgever/mensenrechtenactivist, de Armeense journalist, de Turkse historicus en ook de Koerdische wetenschapper/activist Muhammed Cihad Ebrari: Erdoğan gaat het democratische boekje ver te buiten. Erdoğan is weliswaar via verkiezingen aan de macht gekomen, maar, aldus Marloes de Koning: ‘wie de macht heeft, heeft ook een verantwoordelijkheid en daar mag je kritisch op bevraagd worden.’ En daar voelt het regime – de sprekers verkozen sinds de laatste paar jaar ‘regime’ boven ‘regering’ – weinig voor.
Wat er in Turkije gebeurt, is volgens Uğur Üngör tekenend voor de wereldwijde devaluatie van de democratie. ‘Democratie is geen middel, het hoort het ultieme streven te zijn. Erdoğan heeft de democratie gebruikt om aan de macht te komen, en nu gebruikt hij zijn “uitverkiezing” om minderheden de mond te snoeren.’ Ragip Zarakolu: ‘Toen Erdoğan de verkiezingen verloor, heeft hij de spelregels tussentijds veranderd en de macht weer naar zich toegetrokken.’ Muhammed Cihad Ebrari: ‘We hebben geen democratie in Turkije.’
Dialoog & vrede
De meest prominente minderheid in Turkije zijn de Koerden. Even – ‘even’, gezien in historisch perspectief – leek het er op dat de Turks-Koerdische vredesonderhandelingen voor het eerst tot een eendrachtig samenleven van Turken en Koerden binnen de grenzen van Turkije zou leiden. Die hoop is inmiddels vervlogen.
Toch – en ook daar zijn de sprekers het over eens – is het belangrijk dat de vredesonderhandelingen hervat worden. De kans dat dat op korte termijn gebeurt, is echter klein nu beide partijen ook in het conflict in Syrië tegenover elkaar staan.
De status quo doorbreken kan alleen als het ‘identiteitsbeleid’ stopt en partijen bereid zijn af te zien van verworven rechten en posities. Het vraagt om het anders structureren van de macht en het invoeren van controlemechanismes waardoor burgers kunnen interveniëren. Pas dan is een dialoog tussen gelijkwaardige partijen mogelijk.
Blijf de kracht van het woord gebruiken!
Via deze link is de middag alsnog te volgen:
https://www.facebook.com/freedombookfairthehague/?fref=ts