Verslag 77ste congres PEN International (4)
‘Less words and a little more action’
Verslag van de bijeenkomsten van het Writers in Prison Committee (WiPC) op 12 en 13 september 2011)
door: Job Degenaar
Traditiegetrouw gaan de WiPC-vergaderingen vooraf aan de officiële opening van het congres (waar dit jaar 83 PEN-centra vertegenwoordigd zijn door bijna 200 gedelegeerden/ participanten). In de WiPC-bijeenkomsten, die een besloten karakter hebben, worden strategieën besproken, kan men vrijuit spreken en worden de meeste resoluties voorbereid waarover tijdens de Assembly gestemd moet worden.
DAG 1
In de middag en avond vindt de eerste bijeenkomst plaats. Nog niet alle Writers in Prison-vertegenwoordigers zijn bij de opening van de vergadering in Belgrado aanwezig, waardoor de opkomst aanvankelijk nogal laag is.
De Empty Chair, tijdens deze sessies onmisbaar geworden attribuut, is deze keer voor Dr. Abdul-Jalil Alsingace uit Bahrein, activist en blogger, die in de zomer van 2010 gearresteerd werd op Bahrein International Airport bij terugkeer uit Londen van een conferentie in de House of Lords, waarin hij de mensenrechten in zijn land kritiseerde. Hoewel hij naderhand was vrijgelaten na hevige internationale kritiek werd hij wederom gearresteerd omdat hij bleef publiceren over de betreurenswaardige situatie van de mensenrechten in zijn land. Op 22 juni 2011 kreeg hij ‘levenslang’ wegens het ‘beramen van plannen om de regering omver te werpen’. Zijn zaak staat symbool voor de recente onderdrukking in de Arabische wereld sinds de Jasmijnrevolutie.
Notulen
Marian Botsford Fraser, voorzitter van International WiPC, opent de vergadering en doorloopt, zoals het betaamt bij elke vergadering, de notulen van de vorige bijeenkomsten in Tokio (PEN-congres september/oktober 2010) en Brussel (WiPC-conferentie, maart 2011), die zonder bezwaren worden gearresteerd.
Mededelingen
Mededelingen van in- en externe aard volgen.
Het statement dat de Ierse PEN in Brussel maakte m.b.t. de aangescherpte ‘blasphemy laws’ valt in goede aarde. Het WiPC wil in 2012 daarover campagne voeren.
Een van de in 2010 naar Spanje verbannen Cubanen heeft in juli 2011 Spanje niet mogen verlaten, wat voor een EU-land zeer ongewoon is.
De nieuwe website van PEN International/WiPC is bijna klaar.
Sara Whyatt, executive director, neemt het vergaderstokje over en vervolgt de mededelingen.
Hoe moeizaam, maar ook hoe belangrijk contact met een gevangen schrijver kan zijn, wordt nogmaals benadrukt als een Engels PEN-lid meldt dat er 50 boeken gestuurd zijn naar een Chinese gevangen schrijver, waarvan deze er slechts één ontving. Dat ene boek was voor hem echter een grote morele steun.
Gebleken is dat er slechts 27 centra van de 64 WiPC-afdelingen ‘Honorary Members’ hebben. Aan de overige centra wordt gevraagd deze ook op te nemen. Een voorwaarde is ‘langdurige gevangenisstraf’ of ‘steun aan de familie van een vermoorde schrijver bij het zoeken naar de preciese toedracht van de moord’.
De zogeheten RAN’s (Rapid Action Network), d.w.z. berichten over gevangen, vervolgde en/of vermoorde schrijvers waarin opgeroepen wordt actie te ondernemen, werden tot nu toe alleen gestuurd naar de centra die een WiPC-afdeling hebben. Deze gaan nu voortaan naar alle centra. Als reden wordt gegeven dat ze toch openbaar zijn en mogelijk doen daardoor meer landen mee met de acties.
De twee Nobelprijzen die in 2010 aan literatoren werden uitgereikt, passeren, zoals ook in Brussel gebeurde, de revue: de Nobelprijs voor de Vrede aan de gevangen zittende Dr. Liu Xiaobo (oud-voorzitter en erelid van Independant Chinese PEN Centre) en de Nobelprijs voor literatuur aan de Peruaanse schrijver Maria Vargas Llosa (oud-voorzitter van International PEN).
Concept-resoluties
In het tweede deel van deze sessie worden drie werkgroepen geformeerd die zich buigen over de voorgestelde resoluties: 1) Azië/Stille Oceaan en Midden-Oosten (Vietnam, 2 x China, Fiji-eilanden, Iran en Syrië). 2) Afrika en de Amerika’s (Zuid-Afrika, Eritrea, Mexico en Cuba) en Europa (Rusland, Turkije, Wit-Rusland en West-Europa). Ik kies voor de eerste werkgroep, aangezien PEN Nederland voornemens is zich meer te gaan focussen op Zuid-Oost Azië, waar in landen als Birma, China en Vietnam misstanden m.b.t. de vrijheid van meningsuiting aan de orde van de dag zijn.
Niet iedereen heeft de ‘draftresoluties’ tijdig ontvangen. Het gevolg is dat deze alsnog moeten worden gelezen, wat de toch al krappe tijdsindeling flink onder druk zet. Meestal moet de informatie geactualiseerd worden (namen toegevoegd of weggelaten) en wordt er nog aan de taal geschaafd.
Twee resoluties m.b.t. China, ingediend door de Oeigoerse PEN en het Independant Chinese PEN Centre, worden tot één gesmeed. De eerste handelt over incidenten na 5 juli 2009, toen in de hoofdstad van Xinjiang Han-Chinezen een aantal Oeigoerse fabrieksarbeiders aanvielen, van wie een aantal werd vermoord. Sindsdien zijn er veel botsingen met Han-Chinezen, die zich gesteund weten door de Chinese overheid. Met name worden Oeigoerse schrijvers, journalisten, webmasters en politici vervolgd en/of gedetineerd. De tweede resolutie betreft een lange lijst van gevangengenomen Chinese dissidente schrijvers uit alle regio’s.
Een resolutie over de Fiji-eilanden, ingediend door de Nieuw-Zeelandse PEN, wordt als veel te algemeen ervaren. Het betreft niet een specifieke case, zoals we die kennen van mensenrechtenorganisaties als Amnesty International, Human Rights Watch en PEN. De president zou zijn macht vergroten door het aannemen van wetten die zogenaamd de handhaving van de openbare veiligheid borgen. In december 2006 was er een militaire machtsovername op de eilanden. De resolutie leidt tot discussie, aangezien er geen enkel protest tegen de regering bekend is. Besloten wordt om aan de Assembly te vragen naar de regering een protestbrief te schrijven, gesteund door het WiPC. Deze case, waarvan op dit moment te weinig bekend is, wordt verder onderzocht.
Twee resoluties over Iran worden eveneens verenigd. De eerste, ingediend door het Zweedse en Amerikaanse PEN-centrum, betreft de verdergaande verslechterde situatie van schrijvers in Iran, waarin onmiddellijke vrijlating wordt gevraagd van o.m. juriste, schrijfster en mensenrechtenactiviste Nasrin Sotudeh, die 11 jaar gevangen zit omdat ze ervan beschuldigd wordt ‘leugens over het regime te verspreiden’. Larry Siems (International Board en American PEN Centre) merkt op dat de alinea over de noodzaak om een delegatie van PEN International naar Iran te sturen niet past in een resolutie.
De tweede resolutie, ingediend door de Koerdische PEN, stelt met name de positie van Koerdische schrijvers, journalisten en politieke gevangenen in Iran aan de kaak, maar heeft een dusdanig politiek karakter dat deze tijdens de Assembly enige rumoer oplevert. Deze resolutie wordt geïncorporeerd in de eerste resolutie, aangezien de mensenrechtensituatie in Iran slecht voor iedereen is, niet alleen voor Koerden.
Een resolutie over Syrië, ingediend door de Zwitsers-Italiaanse PEN, wordt zonder problemen aanvaard. Deze verwelkomt de vrijlating van een aantal schrijvers en protesteert tegen de gevangenschap van andere journalisten en bloggers, onder wie schrijver/redacteur Najati Tayara en blogger/dichter Tal-Al-Mallouhi.
Een resolutie over Vietnam, ingediend door de Zwitsers-Romaanse PEN, wordt na een kleine actualisering eveneens direct aanvaard, ondanks de grote waslijst van namen van gevangen schrijvers (die de leesbaarheid van het bericht verminderen).
Na afloop komen de drie werkgroepen terug en worden in de enkele minuten die nog resten de resultaten van de werkgroepen besproken. Een resolutie over de situatie in Mexico is opmerkelijk van taal: de formele formuleringen zijn achterwege gelaten, waardoor de aandacht van de media mogelijk eerder wordt getrokken. ‘Less words and a little more action’ is de achterliggende gedachte.
DAG 2 (13 september)
Verslag China-reis
De dag opent voor de WiPC-ers met een verslag van de China-reis van Tienchi Martin (voorzitter ICPC), Joanne Leedom-Ackermann (vice-voorzitter PEN International) en Larry Siems (voorzitter American PEN Centre). Om veiligheidsredenen blijft een aantal zaken dat hier besproken wordt buiten deze beschouwing. Vier dagen hebben ze kunnen reizen zonder Chinese officials en daarbij ontmoetten ze uitgevers, boekdrukkers en schrijvers.
De les die ze hebben geleerd, is dat de 11-jarige celstraf die Liu Xiaobo heeft gekregen niet in korte tijd is te veranderen. Er moet een ‘long term strategy’ ontwikkeld worden. Contact met Liu’s vrouw (Xia) blijft onmogelijk. Je kunt beneden voor de deur staan, maar de bel doet het niet, de telefoon is afgesloten, internet is voor haar verboden en haar huis wordt voortdurend in de gaten gehouden.
Ze vernamen daar ook dat op de avond van de bekendmaking van de Nobelprijs schrijvers feestvierden in een restaurant. Op de muur hing een foto van Liu. Plotseling werd iedereen gearresteerd, waarbij het portret van Liu op de grond viel. ‘Wie is dat?’, vroeg een officier van politie. Een van de schrijvers antwoordde: ‘Hij won zojuist de Nobelprijs’. ‘Waarom arresteren we jullie dan?’ was daarop de veelzeggende reactie van de politie.
De Bookfair in Bejing, september 2011, met Nederland als speerpunt en het bezoek van Nederlandse schrijvers aan China, komt ook kort ter sprake. De vraag is: hoe ver kun je gaan zonder de relatie met de overheid op het spel te zetten en zonder gevaar voor represaille voor de dissidenten? Deze kwestie werd recentelijk ook breed uitgemeten in de Nederlandse media. ‘Doe niet aan zelfcensuur, wees niet enkel beleefd, jíj wordt immers niet gecensureerd’, is de algemene teneur in de zaal. Morele steun aan gevangen schrijvers wordt door de gevangen schrijvers zelf zeer op prijs gesteld, die immers hetzelfde zouden doen: ‘They want to be active. They want us to be active.’ De Chinese overheid slaagt er steeds in zich naar buiten toe uitnemend te gedragen en met geld en andere middelen mensen aan hun kant te krijgen. En allicht is het moeilijk te bijten in de hand van je gastheer als deze je allervriendelijkst bejegent. Een andere manier om een steun in de rug te zijn voor dissidente schrijvers is contact met hen te zoeken en hen bijvoorbeeld in jouw land uit te nodigen, ook al verbiedt de overheid zo’n schrijver het land te verlaten.
Mexico-campagne
Uiterst zorgwekkend zijn de enorme moordpartijen in Mexico, die meestal met drugs en afrekeningen van drugskartels in verband worden gebracht. Veel journalisten zijn ook hiervan slachtoffer geworden, hoewel ze lang niet allen daarover schreven. Lokale corruptie van overheden, machtsmisbruik en straffeloosheid voor de misdadigers zijn aan de orde van de dag. Ieder die kritisch daarover zijn mening verkondigt, loopt risico. De Day of the Dead, ieder jaar op 2 november, is een oude traditie in Mexico. Er vindt na de oogst een ontmoeting met de doden plaats om ze te voorzien van voedsel e.d. Daarbij worden ook wensen uitgesproken. Bij de christelijke Allerzielen-viering, waarbij miljoenen Mexicanen met bloemen naar de graven van dierbaren gaan, sluit deze traditie prachtig aan. De Deense PEN heeft het idee geopperd op deze dag een ‘worldwide reading’ te organiseren, vergelijkbaar met de succesvolle Shi Tao-reading in 2010. Een Mexicaanse dichter schreef speciaal hiervoor poëzie, die dan overal ter wereld voorgelezen kan worden.
Oproep tot actie voor Eritrea
De Zweedse PEN, bij monde van Azar Mahloujian, doet opnieuw een oproep om de Iraanse autoriteiten aan te schrijven vanwege de gevangenschap van de Zweeds-Eritrese journalist/schrijver Dawit Isaac. Hij wordt sinds 2001 zonder enige vorm van beschuldiging geïsoleerd gehouden. Over hem en negen andere schrijvers werd alleen gezegd dat ze ‘verraders’ waren. Sommigen van hen worden in metalen containers of ondergrondse cellen vastgehouden, met temperaturen oplopend tot boven de vijftig graden. Isaacs mentale en fysieke gezondheid zijn zwak. PEN International vraagt om onmiddellijke vrijlating van hem en 15 andere Eritrese gevangenen die om hun geschriften vastzitten.
Myanmar (Birma)
De Engelse PEN roept op tot een ‘Free Burma-campaign’ in oktober, waarbij ook PEN Nederland acte de présence wil geven. De bedoeling is in de herfst aandacht te schenken aan het werk van gevangen dichters als Zarganar, Zaw Thet Htwe, Nay Phone Latt, U Zeya en Min Ko Naing, die allen om hun meningsuiting zijn veroordeeld.
Afsluiting
Met enkele interne overwegingen eindigt deze bijeenkomst. Het WiPC blijft het meest actieve deel van de organisatie en brengt eenderde van het PI-budget in het laatje. David van Reybrouck (PEN Vlaanderen) roemt het werk van het committee: ‘WiPC is the core business of PEN International’. Daar kan PEN Nederland het alleen maar mee eens zijn.