Het ergste is als schrijvers elkaar zelf in de ban doen

Al weken voordat er theatervoorstellingen, boekpresentaties, lezingen werden afgelast, werd besloten een boek maar niet te laten verschijnen. Een boektournee van een andere schrijver werd geschrapt, omdat de schrijver zelf ‘besmet’ is. Er kleeft iets aan hem, en aan haar ook. Dus doe zijn boek in de ban. Laat haar alsjeblieft niet optreden.

Woody Allen, wiens autobiografie Apropos of Nothing bij Hachette Book Group zou verschijnen, kan de nooit bewezen beschuldiging dat hij zijn stiefdochter zou hebben misbruikt, niet meer afschudden. Hij is er nooit voor veroordeeld, maar dat lijkt weinig uit te maken. De angst voor de publieke opinie deed de uitgever terugdeinzen.

En niet alleen zijn uitgever, ook financier en distributeur Amazon branden zich liever niet aan een nieuw film van zijn hand. Woody Allen, die decennialang jaarlijks met een nieuwe film kwam, en zijn publiek enorm veel heeft gegeven, is – in eigen land – al een poosje in volledige quarantaine. Tommy Wieringa schreef in zijn NRC-column van 14/3 dat de Belgische krant De Standaard, die Wieringa’s mening over deze kwestie wilde weten, zes uitgevers om commentaar had gevraagd, maar dat slechts een van hen wilde praten. Waren ze bang iets verkeerds te zeggen, en zo een guilt by association over zich af te roepen?

Ander voorbeeld: het boek van Jeanine Cummins, die een roman schreef over emigranten uit Mexico (American Dirt), kon wel verschijnen. Zij kreeg vervolgens niet de kritiek (daar moet een schrijver niet over piepen) maar haar collega’s over zich heen. Met een eensgezindheid die bij schrijvers meestal ver te zoeken is, tekenden 142 schrijvers een petitie waarin zij er bij Oprah Winfrey op aandrongen om de roman uit haar boekenclubselectie te verwijderen. Het zou clichés over migranten bevestigen. Het was kitsch. En hoezo kon zij – witte vrouw en geen migrant – hierover schrijven?

Derde casus: Selina Todd, hoogleraar moderne geschiedenis, en gespecialiseerd in het leven van vrouwen uit de arbeidersklasse, was gevraagd een toespraak te houden bij het Oxford International Women’s Festival. Haar standpunt over een beoogde verandering in de genderwetgeving wekte de woede van transactivisten. Gevolg: haar uitnodiging werd ingetrokken en de lezing werd afgelast.

Deze voorbeelden komen uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Maar virussen trekken zich zoals bekend van grenzen niets aan. Ik vrees met vreze. PEN Nederland zet zich, al bijna honderd jaar, in voor schrijvers, die door wat ze geschreven hebben, gevangen zitten.

Ons wordt nooit gevraagd een uitspraak te doen over de kwaliteit van het werk van de veroordeelde schrijver. Het mag kitsch zijn, kort door de bocht, vrouwonvriendelijk; het mag tegen alle haren instrijken. Het gaat er niet om dat wij de mening van de schrijver delen, maar dat hij of zij gevangen zit. Dat maakt het werk – brieven schrijven naar ambassades en regeringen, en naar de schrijvers zelf – in ieder geval overzichtelijk.

De onvrijheid en censuur waar we nu mee te maken krijgen is lastiger. Het nieuwe bannen, afgelasten, de mond snoeren gaat niet van regeringen uit, maar van een online meute, ja, soms, zoals in het geval van Cummins, van andere schrijvers. Alles is te verdragen, alles went: dalende verkoopcijfers, krimpende lezersmarkt. Maar niet de aanblik van schrijvers die elkaar in de ban doen. En van uitgevers die bang zijn.

– Vonne van der Meer, voorzitter PEN Nederland

Deze column werd op 16 maart 2020 gepubliceerd in NRC Handelsblad.

Een naschrift: deze week bleek dat de memoires van Woody Allen alsnog zijn verschenen.