En de spreker spreekt
Van 18 september tot en met 21 september 2017 vond in Lviv, Ukraïne, het 83e jaarlijkse PEN International Congress plaats, waar zo’n 145 PEN-centra uit meer dan 100 landen elkaar ontmoetten. Er werden veel belangrijke zaken besproken, vier dagen lang. Vonne van der Meer, voorzitter van PEN Nederland, schreef er onderstaand stuk over.
En de spreker spreekt
Op een hotelkamer in Lviv zie ik beelden van de aardbeving in Mexico-city: reddingswerkers, die door hun hand in de lucht te steken stilte afdwingen om het geroep van een overlevende onder het puin te kunnen horen. Als de verslaggever wist hoeveel indruk het beeld van de hand, en de stilte die erop volgt maakt, zou hij er niet zo snel overheen praten. Nu zal ik nooit weten of uit deze doodse stilte ook een levensteken opklonk.
Ik kijk naar het BBC nieuws na vier dagen van onafgebroken luisteren. Althans: ik heb geprobeerd aandachtig te luisteren naar vloeiend en gebroken Engels, naar het rappe toonloze Engels van de tolk die op de koptelefoon vertaalt wat de Spaanstalige sprekers of de Oekraïners of Russen op hun hart hebben. Soms zit er een knetterende storing in de lijn, en dan heb ik een excuus om de koptelefoon even van mijn oren te trekken.
De tolken kunnen het ook niet helpen dat de meeste sprekers te lang aan het woord blijven. Ze lijken wel praatverslaafd, de romanschrijvers, dichters, journalisten, als ze het woord voeren. Over gevangen collega’s dichtbij of ver weg. Problemen met censuur. Trollen op internet – belangrijke onderwerpen, maar teveel is teveel. Het verbaast me dat mensen die tijdens het schrijven elk woord wegen, en zich voortdurend afvragen hoe de lezer bij de tekst te houden; die beseffen dat hun proza naast alles wat het wil uitdrukken ook onderhoudend moet zijn, al die criteria vergeten zodra ze hun mond opendoen. Schrijvers, waar is uw gevoel voor timing?
Gaandeweg word ik steeds opstandiger. En niet over dictaturen en geschonden mensenrechten, maar over sprekers die zich niet afvragen of het punt dat ze willen maken wel iets bijdraagt. De bestuursleden achter de tafel op het podium zijn te hoffelijk om de eindeloze rij sprekers te onderbreken. Zelden wordt er iemand afgekapt. De Kameroenese schrijver Enoh Meyomesse (heeft drie jaar en vier maanden in Yaoundé gevangen gezeten) spreekt wel van binnenuit en dat maakt indruk. Durfden alle sprekers maar zo persoonlijk te zijn. Maar nu wil ik het onmogelijke: Pen komt op voor schrijvers in gevangenschap en die zijn per definitie niet hier. Hooguit een keer om hun verhaal te doen – nadat ze vrijgelaten zijn. Was er door inspanning van Pen nog nooit iemand vrijgekomen, dan zaten we hier niet. Dwars door een meanderende monoloog heen app ik naar huis dat een moderator het woord succes consequent uitspreekt als suck-ses.
Dan loopt de Indiase hoogleraar Ganesh Devy naar de microfoon. Het volgende congres zal in Puna worden gehouden. Hij legt zijn plannen aan ons voor: In 2018 is het honderd vijftig jaar geleden dat Mahatma Gandhi werd geboren. Op de eerste congresdag zullen we bijeenkomen op de plaats waar Gandhi gevangen heeft gezeten, en daar zullen we dan om te beginnen een half uur stil zijn. Devy zwijgt even en kijkt rond om het effect van zijn woorden te peilen. Niemand van de aanwezigen vraagt: hoezo een half uur stilte, waar is dat goed voor? Stilte – hij had geen mooiere belofte kunnen doen.
Vonne van der Meer