De gevangene van de eeuw is vrij
Bijna veertig jaar lang heeft de Vietnamese regering Nguyên Huu Câu weggestopt in gedwongen werkkampen. Op 21 maart jl. is deze nagenoeg blinde, dove, suiker- en hartpatiënt onopvallend thuisgebracht in een auto van de Vietnamese veiligheidsdienst. Thuis krijgt hij bloedtransfusie en vochttoediening. Zijn gezondheidssituatie is al jaren kritiek door het gebrek aan adequate medicatie en de barre eenzame omstandigheden waarin hij verkeerde.
– door Job Degenaar
Huu Câu is een vermaarde dichter, liedjesschrijver, mensenrechtenverdediger en anti-corruptie-activist. Hij werd door de Politie van Openbare Veiligheid gearresteerd omdat hij volgens het communistische regime een ‘belastend’ manuscript met liedjes en gedichten had geschreven, waarin hij twee hoge officieren beschuldigde van verkrachting en omkoperij, wat hij vermeld zou hebben op de achterkant van de bladzijden op zijn originele manuscript. Hij werd beschuldigd van het plegen van ‘destructieve handelingen die vermoedelijk bedoeld waren het imago van de regering te beschadigen’ en werd op 23 mei 1983 ter dood veroordeeld. Zijn moeder ging namens hem in beroep tegen deze beslissing. Het Hof van Beroep zette de doodstraf op 24 mei 1985 om in levenslange gevangenisstraf in een werkkamp. Het manuscript diende niet als bewijsstuk in het proces tegen hem om de betreffende officieren te beschermen. PEN International heeft jarenlang fel geprotesteerd en om onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating gevraagd op humanitaire gronden en volgens Artikel 19 van de International Covenant on Civil and Political Rights, dat Vietnam mede heeft ondertekend.
Een vriend van Huu Câu schreef ons op 23 maart:
“Dear Friend Job, by this communication, on behalf of Nguyên Huu Câu and his family, I would like to express to you and my friends and colleagues of PEN Netherlands-WIPC, my sincere gratitude for your great concern and your effective action to defend Nguyên Huu Câu during his unjust detention in inhuman conditions (…).”
In de gevangenis, lang geleden, stelde Huu Câu zijn thuiskomst heel wat rooskleuriger voor:
De dag dat ik weer thuiskom
Als ik thuiskom, morgen of overmorgen
Vertel ik de wereld over de gevangenen in de dodencel van Kiên Giang
Ik zal de wereld vertellen over de gevangenen in de dodencel van Huê
De gevangenen in de dodencel van Quang Nam
De gevangenen in de dodencel van het noorden
De gevangenen in de dodencel van het zuiden
De gevangenen in de dodencel van Tiên Giang
De gevangenen in de dodencel van Long Xuyên
En een groot aantal gevangenen in de dodencel van drie gewesten
Mensen worden als vuil behandeld, Kalashnikovs doden mensenrechten
Als ik weer thuiskom, morgen of overmorgenkoop ik een os
Dan bouw ik een huisje met rieten dak langs een beekje
“Beste os, we gaan kalmpjes voorwaarts
Je kunt de uitgestrekte weiden bij het huisje zien
Er is volop heerlijk gras, geniet ervan op je gemak”.
Dan droom ik
Vanuit mijn huisje langs de beek
Dat vrede terugkomt
De vrede is teruggekeerd
Ja, mijn beste os, de Vrede is bij ons hier aangekomen
Ik ben zo gelukkig en zo blij mijn vader en moeder weer te zien
en mijn landgenoten te ontmoeten, mensen die in dorpen en gehuchten wonen
Beste vrienden, het leven is weer opgewekt, stil fluisterend
aanzwellend tot bruisende beek
Kijk! De vrede is teruggekeerd. Echte vrede! Geloof me!
Een kleine jongen, oprecht glimlachend, ontbloot zijn tandenloze tandvlees.
Zijn buik laat de zwarte vooruitstekende navel zien
Dierbaar geboorteland, ik ben naar jou teruggekeerd
Beste vrienden, de mensenrechten zullen opnieuw worden ontdekt
“O beste os, maak je geen zorgen, ook dierenrechten worden dan erkend
Bij mij zul je vrij zijn
Bij mij zul je echt vrij zijn”…
(Vertaling: JD, vanuit de Engelse bewerkingen van Nguyên Hoàng Bao Viêt)