Can Dündar keert voorlopig niet terug naar Turkije

De Turkse hoofdredacteur van de krant Cumhuriyet, Can Dündar, tevens journalist, schrijver en filmmaker, heeft zijn vakantie in het buitenland omgezet in een langduriger verblijf buiten de grenzen van Turkije.

Dündar voelde zich hiertoe genoodzaakt vanwege de uiterst onveilige omstandigheden in zijn eigen land. Sinds de couppoging van 15 juli j.l. zijn namelijk – onder veel meer – duizenden rechters ontslagen, waardoor hij zijn vertrouwen in de rechterlijke macht heeft verloren.

Can Dündar ontving in januari 2016 een Oxfam Novib PEN Award, die door zijn vrouw Dilek Dündar in Den Haag in ontvangst werd genomen, omdat haar man in voorarrest zat vanwege een publicatie in zijn krant over Turkse wapentransporten voor Syrische rebellen.

Later werd hij dankzij een uitspraak van het Hoger Gerechtshof in vrijheid gesteld, maar werd hem verboden het land te verlaten in afwachting van zijn proces, dat inmiddels achter gesloten deuren is begonnen.

Dat hij desondanks begin juli in Hamburg zelf aanwezig kon zijn om de prijs van de Duitse Journalistenvereniging, Leuchtturm für besondere publizistische Leistungen, in ontvangst te nemen is een verheugend feit. Maar van een terugkeer is dus voorlopig geen sprake.

Daarom heeft hij zijn hoofdredacteurschap, dat hij aanvankelijk na zijn vakantie wilde voortzetten, neergelegd. Wel zullen zijn columns blijven verschijnen in de Cumhuriyet en zal hij op uitnodiging van de Duiste krant Die Zeit columns gaan schrijven.

In recente interviews in diverse internationale kranten karakteriseerde hij zijn ‘historische positie’ als ‘opgeleide democraat’ als volgt (letterlijke citaten zijn overgenomen uit De Standaard van 27 juli j.l.:

“De Turkse politiek heeft altijd een slingerbeweging gevolgd: van de moskee naar de kazerne en weer terug. Als ze te dicht bij de moskee komt, grijpen de soldaten in om ze naar de kazerne terug te brengen. En als de seculiere druk van de kazerne te groot wordt, groeit de macht van de moskee. De opgeleide democraten zitten tussen de twee uitersten in en zijn elke keer het kind van de rekening.”

Even verderop zegt hij:

“De couppoging was slechts het laatste voorbeeld van die eeuwenoude slinger. Maar ze dreigt ook een van de ergste te worden. Op 15 juli riepen de moskeeën aanhoudend op om op straat te komen. De gelovigen riepen ‘Allahu Akbar’ en lynchten soldaten, zwaaiden met Turkse vlaggen en de groene vlaggen van de islam en schreeuwden: ‘Wij willen executies!’ Onmiddellijk deden lijsten van alle soorten dissidenten de ronde.”

En:

“Er volgden tienduizenden ontslagen … er wordt campagne gevoerd voor de herinvoering van de doodstraf.”

Maar Dündar spaart Europa evenmin:

“De laatste vraag is voor Europa, dat alleen oog heeft voor de eigen problemen. Zullen jullie weer alles door de vingers zien en met Erdogan samenwerken, omdat hij het wapen van de vluchtelingen in handen heeft? Of zullen jullie ons uit eerlijke schaamte steunen en het moderne Turkije helpen?”