Contraria sunt complementa

kort verslag van enkele hoogtepunten tijdens het 78ste PEN-congres (Zuid-Korea)
(door Job Degenaar)

Opening en sluiting van het congres
Een ‘global community’ van schrijvers, een ‘literaire Olympics’, kwam bijeen aan de rand van de culturele hoofdstad Gyeangju, hoofdstad van de Koreaanse Silla Dynastie, die bijna duizend jaar geduurd heeft. De openingsspeech van de voorzitter van PEN Korea, Kil Wang Lee, bevatte lof en respect voor de locatie, de nationale sponsoren, de ontvangen schrijvers en de politieke situatie in Zuid-Korea, waar op dit moment geen schrijvers gevangen zitten. Lee vergeleek Zuid-Korea met de situatie in Noord-Korea, waar veel schrijvers gevangen zitten of vermoord zijn. Streven naar universele mensenrechten en vrede zag hij als een van de taken van PEN.

John Ralston Saul, voorzitter van international PEN, benadrukte in zijn openingsspeech de belangrijkste doelstellingen van PEN: “Through all of our work we must constantly remind ourselves that our cause is literature. Literature and freedom of expression are neither a nicety nor a legal technicality. They are a way of imagining the relationship between peoples. Between people. People who may disagree or dislike each other or, in fact, know nothing about each other.” Hij haalde de Russische meidenpunkgroep Pussy Riot aan, die de kerkelijke vrede verstoorde en waarvan drie leden twee jaar gevangenisstraf kregen. In China verstoorde de Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo de staatsvrede met zijn roep om democratische hervorming. Hij zit nu een gevangenisstraf van elf jaar uit. Aan het eind van het vijfdaagse congres verwelkomde PEN International de oprichting van het North Korean PEN Centre In Exile, het 144ste PEN-centrum, ovationeel.

20120928-134123.jpg
Eerste rij links: 1) Wole Soyinda, 2) Jean Marie Gustave Le Clezio, 3) John Ralston Saul

Contraria sunt complementa
D. Young Lee, professor van de Academy of advanced studies in Seoul, toonde met praktische voorbeelden aan dat het oude boeddhistische yin-en-yang-principe in de Koreaanse cultuur verankerd zit, zoals de sloffen die zowel links als rechts gedragen kunnen worden, de lift die naar boven en beneden kan en het woord ‘dag’ dat in het Koreaans de volle 24 uur inhoudt, inclusief nacht. Opposities vormen, aldus Lee, een perfecte eenheid, zoals natuur en cultuur.

Free The Word
De interviews met Nobelprijswinnaars Wole Soyinka (Nigeria) en Jean Marie Gustave Le Clezio (Frankrijk) en met de Zuid-Koreaanse dichter Ko-Un tijdens het Free The Word-festival waren goed voor gevulde zalen, hoewel het geringe aantal aanwezige Koreaanse studenten ons bevreemdde. Veel wijzer werden we echter niet doordat de vragen in het algemeen weinig relevant waren.
Hoezeer het Koreaanse conflict nog leeft, blijkt uit het schuldgevoel van Ko-Un ten aanzien van degenen die tijdens de Koreaanse oorlog (1950-1953) en in het democratiseringsproces daarna vermoord werden: “The dead people keep talking to me, and I maybe cannot stop listening to them and writing“.

Yoduk Camp
Een op waarheid gebaseerde musical over de Noord-Koreaanse toestanden in een van de ergste concentratiekampen, Yoduk Camp, liet weinig aan de verbeelding over en benadrukte navrant de mensonterende situaties in Noord-Korea, waar soldaten gedwongen worden dertien jaar het leger te dienen en waar inmiddels drie miljoen mensen aan de honger stierven en op dit moment 200.000 mensen in politieke concentratiekampen gevangen zitten.